Voorzitter van de Evenementencommissie in ons dorp, ofwel: Association des Commerçants et des Habitants de Roquecor, is Madame P.P.. Haar man evenals haar vader, en uiteraard zijzelf, behoren tot een oud geslacht van slagers die in ons dorp vele jaren een goed bestaan heeft verdiend. Maar om Madame P.P. kun je beslist niet heen. Dat heeft niets met haar omvang te maken, en alles met haar belang in deze gemeente/stad. Wie in de zomer om 6.30h. door het dorp wandelt komt haar elke morgen tegen terwijl zij de planten water geeft die ons dorp de fleurige naam van “Ville fleurie” bezorgd heeft. En wie op zondagmorgen in alle vroegte over de markt loopt ziet haar de stands indelen, verdelen en de totale wekelijkse markt beheersen, hoewel zij daar zelf niets te verkopen heeft. Zonder Madame P.P. gebeurt er in ons dorp niet veel dat enige betekenis heeft. Je kunt gewoonweg niet om haar heen. En dat geldt voor iedereen, zelfs de katholieke kerk. Toen de pastoor - die in deze omgeving 5 kerken bedient; hij moet een rijk man zijn vanwege het onroerend goe dat tot de R.K. Kerk behoort - besloot om de gebruikelijke mis in ons dorp op zondagmorgen te vervangen door een mis die wisselend op vrijdag- en zaterdagavond zou plaatsvinden stormde zij de “Mairie” binnen, vroeg de burgemeester om een onderhoud en probeerde hem uit te leggen dat die verandering een onverantwoorde inbreuk betekende op de commerciële mogelijkheden van de zondagse markt die tot dan toe tegelijkertijd met de mis had plaatsgevonden. Als de mis niet meer op zondagmorgen plaats zou vinden dan zou de markt daaronder in ernstige mate te lijden hebben. Ik stond erbij en luisterde naar haar klemmende betoog, maar ik durfde er niet op te wijzen dat de 3 negentigjarige kerkbezoeksters waarschijnlijk niet dezelfden waren die de grootste omzet aan sexy ondergoed op de locale markt voor hun rekening namen. Maar Madame P.P. was graag bereid een protestbrief te schrijven aan de regionale bisschop, de Franse kardinaal in Parijs en eventueel aan de paus om aan deze ongehoorde maatregel een einde te maken.
Eens per jaar – meestal in maart - organiseert de Association des Commerçants et des Habitants de Roquecor een vergadering in het gemeentehuis om het activiteiten-programma voor het komende jaar vast te stellen. Niet dat iemand daarin iets te vertellen heeft, want alles heeft de goedkeuring van Madame P.P. nodig en die aanvaardt geen andere voorstellen dan die door haar zelf naarvoren zijn gebracht. Zelfs de geringste wijzingingsvoorstellen worden door haar met hoongelach bejegend en zijn daarna kansloos, want zij dreigt onmiddellijk met aftreden als voorzitter en niemand in ons dorp is bereid haar taak om voor dag en dauw de gemeentelijke plantjes water te geven, en elke zondag ruzie te maken over de verdeling van de marktplaatsen, over te nemen. Dus krijgt zij uiteindelijk altijd gelijk.
Ook dit jaar vond de jaarlijkse vergadering van de Association des Commerçants et des Habitants de Roquecor plaats in de Salle des Fêtes en vooral niet in de vergaderzaal van de Mairie, want de Association is een onafhankelijke organisatie die niets met het publieke apparaat van doen wenst te hebben, met uitzondering – uiteraard – van de mogelijkheid tot subsidieverwerving. De burgemeester was ook aanwezig, maar in geen andere hoedanigheid dan dat ook hij “habitant” van Roquecor is. Die hoedanigheid leek hem echter onvoldoende spannend en waardoor tijdens de vergadering – zittend op de ereplaats naast de voorzitter Madame P.P. - al spoedig in slaap viel.
Madame P.P. deed verslag van de gebeurtenissen van het afgelopen jaar - en in het bijzonder van haar buitengewoon belangrijke rol in deze - en vroeg aan de vergadering haar décharge te verlenen voor het gevoerde beleid. Dat werd haar bij acclamatie verleend, al was het maar omdat niemand zin had om met haar in discussie te treden over de geringe marketinginspanning inzake de geplande voorstellingen, de slechte communicatie met de locale burgers en de irritante manier van optreden van de voorzitter.
De penningmeester deed verslag van de financiële wederwaardigheden door de inkomsten op en de uitgaven van de bankrekening te memoreren, maar niemand leverde hierop commentaar. Het was en is een publiek geheim dat de toegezegde subsidie van de regio niet ontvangen is, evenals de toegezegde gelden van de gemeente die door de slapende burgemeester geëffectueerd had moeten worden.. Aan de burgemeester – voor dit speciale doel wakker geschut – werd gevraagd wat de reden was waarom de gemeentelijke subsidie niet was betaald. Hij deelde mede dat hij dat ook niet wist, maar hij deed niet de gebruikelijke toezegging dat hij hierna een onderzoek zou instellen. Publiekelijk is wel bekend dat het bestuur van de Association bestaand uit drie kernleden die al meer dan 30 jaar deel uitmaken van het bestuur jaarlijks eenmaal uitgebreid in een goed restaurant op kosten van de Association gaat dineren en dat wordt in een dorp van meerendeels arme sloebers met argus-ogen gevolgd. Deze kosten zijn in de jaarcijfers van de penningmeester niet terug te vinden. Een kascommissie bestaat niet.
Ook op het programma aan evenementen voor het inmiddels al lopende jaar had eigenlijk niemand commentaar. De enige “durf-al” was een inwoonster van Schotse oorsprong die zich publiekelijk afvroeg of in verband met activiteiten in omliggende gemeenten een specifieke activiteit niet een week eerder of later gepland kon worden. Wie de diepe zucht van de voorzitster hoorde begreep onmiddellijk dat dit een stupiede voorstel moest zijn, al was het maar omdat dit niet van de voorzitster afkomstig was. Een grote stlte volgde. Het was overduidelijk merkbaar dat de voorzitster nadacht hoe zij aan zulk stompzinnig volk kon duidelijk maken dat iets wat als voorstel niet van haar afkomstig was ook maar de geringste kans van slagen kon hebben. Zij deed nauwelijks een poging om beleefd te blijven. Maar de conclusie was duidelijk: over haar voorstel was nagedacht; over dat van de Schotse dame wilde zij geen oordeel vellen, maar niemand moest erop rekenen dat dit enige kans van slagen had. Waarom niet bleef volstrekt onduidelijk. Nee is nee.
Inmiddels is de dame van Schotse oorsprong gekozen als lid van de gemeenteraad. En bovendien heeft zij tesamen met drie andere dames van buitenlandse oorsprong plaats genomen in het bestuur van de Association des Commercants et des Habitants de Roquecor. Kan nog leuk worden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten