Louis R. was al een oud man toen wij hem pas goed leerden kennen. Hij was op zijn tweeëntachtigste verjaardag opgehouden met werken vanwege ernstige rugklachten ; voordien hadden wij hem slechts zelden ontmoet en de gesprekken – zo men die al zo noemen mocht – beperkten zich tot : « Bonjour Monsieur. C’est beau temps aujourd’hui. » En dat kwam voornamelijk doordat hij voordien nog dagelijks aan het werk was, van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Maar toen hij 82 werd ging het echt niet meer ; zijn rugklachten waren zozeer verergerd dat hij zich op de tractor niet meer wenden of keren kon, en dat is toch wel noodzakelijk indien je werk van goede kwaliteit wilt afleveren.
Louis stond in het dorp bekend als een buitengewoon vriendelijke, hardwerkende man en als een groot liefhebber van de natuur, van flora en fauna, en dit kan in Frankrijk heel goed samengaan met een hobby als fervent jager. Bij alle grote boeren in de omgeving had hij gewerkt en allemaal waren zij uiterst tevreden over zijn inzet, werkkracht en vrolijkheid. Toen hij echter met « pensioen » ging veranderde dat laatste als bij toverslag. Louis werd nukkig, ontevreden en kortaf. Zijn vrouw klaagde dat haar man en zij – net als vele jonggetrouwden – na 60 jaar huwelijk plotseling en herhaaldelijk problemen hadden. Zij weet dit aan het veranderende maatschappelijke klimaat waaraan zij als oudjes kennelijk ook onderhevig waren. Vroeger hadden zij nooit problemen gehad.Tegenwoordig waren er herhaalelijk felle discussies en dan liepen zij beiden met een kwaad hoofd de deur uit, de ene linksaf en de andere rechtsaf.
Bovendien : Louis klaagde steen en been. Klaagde over zijn pijnlijke rug, over het feit dat hij alleen nog met een stok lopen kon, dat hij niet meer mocht autorijden, en wat al niet meer. Hij was domweg chagrijnig. Er kon geen vroiendelijk of optimistisch woord meer vanaf. Op een dag had de doodsklok in ons dorp geluid, en wij vroegen hem of hij wist wie er overleden was. Zijn antwoord was kortaf : « Dat weet ik niet ; ik ben het in ieder geval niet. » Toen wij toch nog wat verder vroegen antwoordde hij : « Eens, op een dag zal de doodsklok luiden en ook dan kan ik u niet vertellen voor wie dat is, want dat is dan voor mijzelf. »
Jaren gingen voorbij. Louis liep dagelijks op zijn stok naar het dorp en nam bij het supermarktje plaats op de bank. Hij maakte een praatje met een oude vriendin. Maar vrolijker werd hij er niet op. Hij vertelde openlijk dat hij met 92 jaar het leven wel voor gezien wilde houden. Nu hij niet meer werken kon was er niets meer aan. Zo klaagde hij tegenover iedereen en ook tegenover zijn vrouw. Op een dag – met opnieuw een dag van nutteloosheid voor zich, althans zo zag hij het – klaagde hij voor de zoveelste maal tegenover zijn vrouw dat hij het niet meer zag zitten. Die wist hem niet op te beuren. Daarop stond Louis resoluut op, liep naar de slaapkamer, pakte daar een oud model revolver tussen de lakens in de kast vandaan en liep terug naar de kamer. Zonder verder een woord te zeggen schoot hij zich met het revolver door de keel.
De dokter en de ambulance waren snel ter plaatse. Louis leefde nog. Met spoed werd hij naar het ziekenhuis in een nabije stad gebracht. Daar is hij na enkele dagen overleden. Bij de begrafenis was heel het dorp aanwezig. Het is hier de gewoonte dat de mensen zich voor de kerk verzamelen. Toen de lijkauto voor de kerk aankwam traden de vier boeren waarvoor louis gewerkt had resoluut naarvoren en droegen de kist eerbiedig de kerk in. Een toonbeeld van diep respect voor degene met wie zij zo vele jaren prettig hadden samengewerkt.
Na de kerkdienst ging de stoet niet zoals gebruikelijk naar het plaatselijke kerkhof, maar naar het grotendeels ingestorte kerkje van Saint Julien, even buiten het dorp. De gemeente had zich ingespannen om het omliggende kerkhof zo goed mogelijk van metershoog onkruid te ontdoen, want er was al enkele decennia niemand meer begraven en het kerkhof was dan ook verder niet onderhouden. Louis had echter bepaald dat hij daar begraven wilde worden, want daar – op dat sterk hellende kerkhofje - lagen vele generaties van zijn voorouders. In deze regio zoeken « retraités « vaak een huis met een fraai uitzicht over dit prachtige land. Het ene uitzicht nog mooier dan het andere. Maar niemand heeft zo‘n fraai uitzicht als vanaf het graf van Louis. Je zou hem om die plek haast benijden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten